Elevage de Septon Kudde

Horsemanship & wetenschap: Het paard, een sociaal dier!

tekst: Magali Van Der Heyden - Foto’s: Magali en Dirk Caremans

Tijdens deze nieuwe reeks bekijken we het paard vanuit een wetenschappelijk perspectief. Onderzoek leert ons onder andere hoe het paard is ontstaan, wat zijn behoeften zijn, hoe hij de wereld ervaart, hoe we de leerprincipes best kunnen toepassen en hoe we optimaal kunnen bijdragen aan het welzijn van onze geliefde viervoeters.

Evolutie

Laten we beginnen bij het begin. Om te overleven heeft het paard zich in de loop van 65 miljoen jaar, permanent zowel morfologisch als fysiologisch aangepast aan zijn omgeving en levenswijze. Het kleine, solitaire, in het bos levende diertje is uitgegroeid tot een sociaal, groter langbenig type die in open grasvlaktes verblijft. Van de drie tenen blijft de middelste over, waarvan de nagel uitmondt in een hoef. Van de andere twee tenen evolueerden de klauwen tot zwilwrat en de spoor aan de achterzijde van het kootgewricht

Dit zorgt voor minder zijwaartse beweeglijkheid en juist grotere stabiliteit bij hogere snelheid. In de open vlaktes hebben de paarden er alle belang bij om snel te kunnen vluchten als er gevaar dreigt. De dikke pezen achter aan het been glijden over het kogelgewricht en zorgen zo voor een ‘springmechanisme’. Hiermee kunnen ze heel snel lopen zonder al te veel energie te verbruiken. Wat ze toen nog niet wisten is dat we daar vandaag de dag handig gebruik van maken in de sport. Het snelle en krachtige achterbeen werkt ook als een veer en helpt het paard over de hindernis, helpt bij het uitvoeren van een mooie pirouette en stuwt ze voorwaarts bij het rennen. 

Wist je dat het paard geen sleutelbeen heeft? Het voorbeen en de schouder zijn door spieren en collateraalbanden verbonden met de rest van het lichaam.  De bovenarm zit in het lichaam verwerkt, waardoor er in de loop van de evolutie een ingenieus systeem is ontwikkeld. Bij het draven en vooral bij het galopperen zorgt de voorwaartse beweging van de bovenarm ervoor dat de borstkas kan openen en het paard dus zonder extra spierkracht kan inademen. Bij het naar achteren brengen van het voorbeen, wordt de borstkas ingedrukt en ademt het paard uit. Dit systeem werkt energiebesparend en laat tot gevolg toe om langer te vluchten en lange afstanden te lopen.

Ward M-AKEN08D29302

Wist je dat het paard geen sleutelbeen heeft? Het voorbeen en de schouder zijn door spieren en collateraalbanden verbonden met de rest van het lichaam.

Magali Van Der Heyden

Domesticatie

In de natuur geldt steeds het principe van ‘the survival of the fittest’: dat zijn niet de paarden met het grootste uithoudingsvermogen, maar wel de dieren die het best zijn aangepast aan de omgeving (van het Engels: to fit), en daarom de meeste fertiele nakomelingen krijgen. 

Het paard is, ongeveer 6000 jaar geleden, voor het eerst door de mens gedomesticeerd in de omgeving van Tadzjikistan en Oezbekistan. Het zijn de Egyptenaren die, omstreeks 2000 jaar geleden, het paard naast lastdier, voor het eerst als ‘rijdier’ gebruikten. Er werd vanaf dan voornamelijk geselecteerd op handelbaarheid: nadat het paard bij de mens kwam werd vooral verder gefokt met de gemakkelijkste dieren, die zich het best konden aanpassen aan een humane omgeving, the survival of the appropriate…  

Ondanks de domesticatie blijven paarden vluchtdieren. Dit is al eeuwen genetisch vastgelegd in hun brein en hier kunnen we weinig aan veranderen. Paarden hebben eigenlijk geen verdedigingswapen maar merken heel snel beweging in de omgeving op (met speciale cellen in het oog en hypergevoeligheid van het oor); als aangeboren reactie gaan ze daarna meteen vluchten en dan pas ‘nadenken’. Dit is een reflex die vele ruiters onder ons al wel eens hebben ervaren. Aan de hand van training kunnen we de paarden ‘leren’ om de mens en vreemde situaties te vertrouwen. Dit maakt het samen zijn met deze dieren een stuk aangenamer en ook veiliger.

Domesticatie brengt ook een aantal veranderingen in het levenspatroon en dagritme van het paard met zich mee:

Wist je dat...

… paarden normaal gesproken over 24 uur gemiddeld vijf tot tien kilometer afleggen?

Van zodra we onze paarden op stal zetten, wordt het aantal kilometers dat ze dagelijks zouden afleggen ingekort. Door slechte bodemgesteldheid bij slecht weer en de beperkte oppervlakte zijn we vaak genoodzaakt om onze paarden langer op stal te houden. Probeer er toch voor te zorgen dat je paard dagelijks een frisse neus kan ophalen, al is het maar voor een paar uurtjes. Paarden die gewend zijn om dagelijks op de weide of paddock te komen blijven hier meestal rustig bij. Paarden die niet op regelmatige basis naar buiten kunnen, daarentegen, kunnen zich nogal ‘enthousiast’ gedragen als ze de vrijheid nog maar ruiken. Het fenomeen dat een dier iets overdreven gaat inhalen als hij iets een tijdje niet kon of niet heeft mogen doen, heet het ‘rebound effect’. Dit bewijst hoe belangrijk het paard het vindt om zich vrij te kunnen bewegen. De kans op gekke bokkesprongen en eventueel blessures is dus veel groter bij paarden die slechts af en toe op de weide mogen, in vergelijking met diegene waarbij het naar buiten gaan deel uitmaakt van hun dagelijkse planning. Ook onze sportpaarden verdienen na (en ook liefst voor) de inspanning, de nodige ontspanning. Dit kan enkel de prestatie ten goede komen toch?

De behoefte aan beweging zit ook in het brein van het paard ingeprent. Onvoldoende beweging kan leiden tot chronische stress en tot stereotiep gedrag zoals ‘weven’ of rondjes lopen in de stal. Het geven van ruwvoer op verschillende plaatsen in de stal kan hier een stukje van een oplossing zijn, indien weidegang of dagelijks een paar uur in de paddock niet mogelijk zou zijn.

…paarden gemiddeld veertien uur per dag eten?

Paarden maken enkel een overmaat aan speeksel aan tijdens het kauwen. De bicarbonaten in het speeksel verdunnen het maagzuur en galsappen die anders maagzweren zouden kunnen veroorzaken als er geen voedsel in de maag zit. De aanmaak van speeksel is noodzakelijk voor een goede vertering, vandaar dat men het belang van ruwvoer zeker niet mag onderschatten. 

Paarden in het wild eten zo’n twaalf à veertien uur per 24 uur, en dit in blokken van ongeveer twee, drie uur waartussen ze een uurtje rusten. Dit ritme gaat dag en nacht door. Dit is in onze moderne paarden-samenleving niet altijd mogelijk. Maar ook hiervoor kunnen we op zoek gaan naar een oplossing. Systemen zoals slowfeeders geven het paard de mogelijkheid om de hele dag ruwvoer te eten, zonder dat hij een hele pak hooi in een mum van tijd op heeft. Het houdt hen maar ook vooral hun maag-darm-stelsel bezig. Heeft je paard extra krachtvoer nodig, dan geef je dit best na het eten van het ruwvoer. Krachtvoer wordt vaak te snel opgegeten, waardoor ze te weinig kauwen en er bij gevolg ook te weinig speeksel vrijkomt. Bij een tekort aan ruwvoer, ontstaat er een ‘plasje’ maagzuur in de maag die bij het trainen in de maag kan opspatten waardoor irritatie, pijn en zelfs maagzweren kunnen ontstaan. 

… sociaal contact een basisbehoefte is?

Onderzoek heeft aangetoond hoe belangrijk sociale interactie is voor een paard. Paarden vinden onderling groomen niet alleen prettig, maar het heeft ook een kalmerende functie. Twee individuen gaan hierbij aan elkaar knabbelen, meestal ter hoogte van de schoft en manenkam. De stof endorfine komt hier vrij in de hersenen, wat erop wijst dat dit gebaar een ontspannende werking heeft. Vaak zie je dat de bovenlip een puntje krijgt. Als je je paard wil belonen, wrijf dan op diezelfde plek, je zal zien dat hij hier echt van zal genieten. Ook bij het rijden is deze manier van belonen veel effectiever dan een ‘schouderklopje’.

Stallen sociaal paardSociaal contact is heel belangrijk voor het welzijn van onze paarden. Lukt het niet om ze samen op de weide te zetten dan is het 24 uur per dag kunnen zien en liefst een beetje aanraken van een buurman ook al een hele grote waarde. Ook op stal moeten we minimaal sociaal contact bevorderen door ze de mogelijkheid te geven om naar elkaar te kijken als beide hun hoofd oplichten, door een raampje, een halve staldeur, tralies in plaats van volle tussenwanden enz. Maar realiseer je wel dat, als de paarden hun hoofd laag houden, zoals bij het eten en rusten, in deze situaties paarden elkaar nog steeds niet kunnen zien. Nog beter is om te zorgen dat paarden bv allemaal buiten hun box kunnen eten of de stal een open zijde heeft met brede verticale spijlen tot op de grond. Probeer wel even uit te zoeken welke paarden graag naast elkaar staan. Alle paarden in een kudde houden is jammer genoeg meestal niet realistisch in België. Maar heel wat kleine wijzigingen op stal kunnen vaak een groot verschil maken.

Een moeilijke term waar we vaak mee te maken krijgen, is ‘antropomorfisme’. Dit wil zeggen dat we menselijke eigenschappen gaan toeschrijven aan, in dit geval, het paard. Een zacht bed, een warm dekentje, een veilige plek, drie maaltijden per dag, een uurtje sporten, …  zijn een aantal dingen waar wij zelf belang aan hechten. Maar we mogen niet vergeten dat onze paarden dieren zijn met hun eigen behoeften, behoeften die niet steeds overeen komen met de onze. Een paard die de hele dag op de weide staat, met andere soortgenootjes, leidt, in ons ogen, maar een rustig saai leventje. Eten, drinken, rondwandelen, spelen, groomen en … eten.  Maar voor hen zijn dit basisbehoeften waar we, in de mate van het mogelijke, aan moeten voldoen. Het hoort bij hun welzijn.

tekst: Magali Van Der Heyden - Foto’s: Magali en Dirk Caremans