Moeder-veulen

De eerste stapjes... bij het opvoeden van een veulen

TEKST: MAGALI VAN DER HEYDEN

Terwijl we vorig jaar nog zorgvuldig op zoek waren naar de geschikte hengst, is het nu eindelijk zover. Na elf maanden geduldig wachten zijn ze daar! Ze zijn zo lief en schattig, maar hoe gaan we het best te werk om ze een zo goed mogelijke opvoeding te geven de komende jaren? 

Is de geboorte vlot verlopen en heeft je veulentje de eerste moedermelk of biest gedronken? Laat dan moeder en veulen even met rust, zodat ze elkaar kunnen leren kennen en er een band opgebouwd kan worden tussen beide. Zowel moeder als veulen moeten even bekomen en brengen zo wat ‘quality time’ door met elkaar. 

Tijdens deze gevoelige periode leert het veulen wie zijn moeder is, ontdekt het zijn omgeving en gaat later ook de andere leden van de kudde verkennen. Als mens blijf je de eerste dagen best even op de achtergrond. Bij teveel tussenkomst van mensen kan de sociale inprenting verstoord geraken. 

Uit onderzoek blijkt dat inprenting (het veulen na de geboorte overal strelen om hen aan de mens te laten wennen) geen positieve invloed heeft op de toekomstige relatie met de mens. Veulens die dit niet hadden ondergaan, hadden een positievere houding naar de mens. Een goede band hebben met de moeder is hier voor jou het belangrijkst. Het gedrag van de moeder heeft een grote invloed op het gedrag van het veulen...

Beweging 

Laat moeder en veulen zo snel mogelijk genieten van de frisse lucht en het groene gras... liefst met nog andere soortgenootjes erbij. Vergeet niet dat paarden kuddedieren zijn. Voldoende beweging en sociaal contact zijn heel belangrijk voor hun verdere groei en opvoeding. In het begin zal het veulen heel dicht bij de moeder blijven; daar is hij veilig. Stilaan neemt de nieuwsgierigheid het over en gaan ze al snel de omgeving verkennen en hun speelkameraadjes opzoeken. 

De andere volwassen paarden in de kudde zorgen ervoor dat het veulen zijn grenzen leert kennen. Hij zal snel op zijn plaats gezet worden, wanneer zijn gedrag niet gepast is. De veulens spelen met elkaar en gaan op ontdekking. Zo krijgen ze genoeg beweging, worden ze sterk en ontwikkelen ze een goede motoriek. De merries en veulens mag je gerust dag en nacht buiten laten staan met mogelijkheid tot schuilen. Dit is hun natuurlijke omgeving, hier voelen ze zich goed en kunnen ze gewoon ‘paard zijn’. 

Wil je ze graag af en toe op stal zetten, zorg dan voor een veilige stal die groot genoeg is voor de twee. Een loopstal is ook een goede optie. 

Vertrouwen 

Moeder en veulen hebben ondertussen al een sterke band. Om ook een goede band met je veulen te krijgen, moet je zijn vertrouwen winnen. Ga hem niet in een hoekje duwen om hem te strelen, maar laat hem tot bij jou komen. Veulens zijn heel nieuwsgierig. Terwijl je jouw merrie borstelt of streelt, zul je de aandacht van het veulen krijgen. Hij komt snuffelen, gaat weg, komt terug.... Probeer hem te negeren, tot je voelt dat hij zelf de situatie voldoende vertrouwt en hij je toelaat gestreeld te worden. Vermijd bruuske bewegingen en streel hem aan de hals en manenkam. Pas wanneer hij dit aanvaardt, ga je hem over zijn hele lichaam proberen aan te raken. Je zult al snel merken welke aanrakingen hij fijn vindt en welke minder. 

Zorg ervoor dat de eerste aanrakingen door de mens als aangenaam ervaren worden. Het is gemakkelijk als je met z’n tweeën bent, zodat iemand de merrie kan vasthouden. Blijft rustig en neem de tijd die het veulen nodig heeft om aan je aanwezigheid te wennen en je te vertrouwen. Blijf steeds in de buurt van de moeder, zodat hij niet te bang wordt. Doe dit niet te lang: morgen is weer een nieuwe dag. 

Tips

  • Heb je een nogal onzeker en bang veulentje, geef het dan de nodige tijd om te wennen aan je aanwezigheid, zonder dat 
je hem per se wilt aanraken. Houd je vooral bezig met de moeder. Maak met je hand een streelbeweging op een meter afstand, zodat het veulentje kan wennen. Stop deze beweging wanneer het veulen stil blijft staan, en herhaal dit meerdere keren. Je zult zo het vertrouwen winnen en alsmaar dichterbij mogen komen.

  • Let op dat je je veulen niet teveel gaat verwennen. Ze zijn klein en schattig, kijken zo lief... maar vergeet niet dat ze groot en sterk worden. Wees duidelijk van in het begin. Bijten, slaan, tegen je aan lopen... mag je niet toelaten. Probeer dit vooral te voorkomen en niet te straffen indien het wel eens gebeurt.  Wees consequent: voor je eigen veiligheid en voor de verdere opvoeding van je veulen

Praktijk    

Halstertje

Halster 1-2-3.jpgWanneer het veulen al wat meer op zijn gemak is, je vertrouwt en je hem gemakkelijk kunt strelen, dan kun je hem voor het eerst een halster aandoen. Ga hiervoor zacht te werk. Houd het halster eerst in je linkerhand en omhels het veulen met je rechterarm. Streel hem ondertussen aan de rechterzijde van zijn hals. Neem nu met je rechterhand ook het halster vast en laat z’n neus in het halster glijden. Gezien je rechterarm zich al boven de hals bevindt, is het op deze manier eenvoudiger om het halster te sluiten. Laat het halster niet aan als je weggaat. Veulens gaan vaak krabben met hun achterbeen tot aan het hoofd, je riskeert dat ze zo vast komen te zitten. Ook wanneer ze zich met hun hoofd gaan schuren zouden ze ergens kunnen blijven haperen. Door het halster elke dag opnieuw aan en af te doen, worden ze ermee vertrouwd en staan we alweer een stapje verder in de training. 

Aan de hand meestappen 

Oefen dit eerst in de stal of in een niet te grote weide. Blijf steeds dicht bij de moeder, zodat het veulen zonder al teveel stress kan wennen aan zijn nieuwe ‘lesje’: wijken voor druk. Het veulen zal van nature uit tegen de druk in gaan. Let dus op dat je niet aan het hoofd begint te trekken. Je riskeert dat het veulen panikeert, tegentrekt en omslaat. Pijn en angst zijn juist de twee elementen die je wilt vermijden bij het werken aan vertrouwen... 

Het is gemakkelijker om de eerste stapjes te vragen door ze lichtjes uit balans te halen. Zet lichte druk op het touw en vraag hem om wat naar links of naar rechts te bewegen. Zodra er één voetje naar voren beweegt, laat je de druk los. Met je andere arm rond de achterhand kun je het veulen begeleiden en iets meer controle behouden. Herhaal dit een aantal keer, zodat hij begrijpt wat er van hem verwacht wordt. Door zachtjes druk naar achteren te zetten op het halster en een klein duwtje op de borst, vraag je een pasje achterwaarts. Haal ook hier de druk weg, zodra het veulen een voetje naar achteren zet. 

Ga vervolgens samen met de moeder een eindje stappen. Hiervoor ben je het best met z’n tweeën. De een begeleidt de moeder, de ander het veulen. Blijf dicht bij de moeder om te voorkomen dat je aan het touw gaat trekken. Probeer hun bewegingen wat te controleren, maar geef ze toch de nodige vrijheid. Houd de sessies kort, zo’n 10 à 15 minuten. De tijd die je nu investeert, win je op termijn dubbel en dik terug. 

Zorg dat je weet waar je aan begint, gebruik duidelijke hulpen voor het veulen. Aarzel niet om je te laten begeleiden door een professional. Jonge paarden leren heel snel. Dit houdt ook in dat ze even snel iets goed, als iets fout aanleren... Je kunt beter voorkomen dan genezen. De juiste timing en een dosis feeling zijn hier heel belangrijk. Op een goede basis kun je later verder bouwen. 

Jongepaarden2

De trailer op... 

Jong geleerd is oud gedaan! Leer je paard van jongs af aan rustig de trailer opgaan. Ook hier heb je er alle belang bij dat de moeder vlot de trailer opgaat, zodat het veulen niet onnodig gestrest geraakt. De rust en het vertrouwen van de moeder bij het trailerladen, zullen het veulen een veilig gevoel geven. Haal het tussenschot uit de trailer en vervoer moeder en veulen samen in een grote laadruimte. Bind het touw van de merrie vooraan vast op een hoogte, zodat het veulen er niet verstrikt kan raken. In een camionette (hengstenuivoering) kan je beide ook gewoon los laten staan. Het veulen bind je om veiligheidsredenen niet vast!

Gewenning 

Je veulen leert wennen aan zijn omgeving, de mens en nieuwe situaties, waaronder het bezoek van de dierenarts en eventueel
de hoefsmid. Een goede voorbereiding zorgt voor een pak minder stress. Streel het veulen stapsgewijs over zijn hele lichaam (links
 en rechts) met je hand en later ook met een touw en een stick of zweepje. Let op bij het raken van de achterbenen. Voor het oppakken van de voeten, ga je elk been eerst slechts een aantal centimeter opheffen en terug neerzetten. Geleidelijk aan kun je de voet hoger nemen. Zo spaar je heel wat tijd uit voor de hoefsmid en verminder je de angst en stress de dag zelf.
 Als je met je veulen naar een show of veiling wilt, leer hem dan eerst mooi stilstaan, zodat je hem rustig kunt toiletteren. Ga je graag nog een stapje verder? Laat je veulen kennismaken met een plastic zak, een bal, ... hoe meer ze te zien krijgen, hoe gemakkelijker ze zullen omgaan met nieuwe of ongewone situaties in de toekomst. 

Het spenen 

Het scheiden van moeder en veulen is - zoals je wel kunt vermoeden - een emotionele gebeurtenis. Op een leeftijd van vier à vijf maanden gaat het veulen wat mee-eten met het hooi en granen. Om te voorkomen dat de volwassen paarden de porties van de kleintjes opeten kan je best een aparte eetplaats maken waartoe enkel de veulens toegang hebben. Door de lagere doorgang belet je de ouderen om tot bij het eten te komen. Van zodra de veulens zelfstandig eten, brengen ze minder tijd met hun moeder door en worden ze minder afhankelijk van hun moeder. Dit wil niet zeggen dat ze haar niet meer nodig hebben…  Door de veulens reeds voor het spenen bij te voederen is het emotioneel minder zwaar om van de moeder gescheiden te worden.  

Om zowel moeder als veulen een minimum aan stress te bezorgen, neem je best de moeders weg uit de kudde en laat je de veulens staan op hun vertrouwde terrein. Heb je in de kudde één of meerdere paarden die geen veulen hebben, zoals een ouderen merrie of een ruin?  Dan kunnen zij de taak van nanny op zich nemen wanneer de moeders de kudde verlaten.  De veulens onderling spelen onder het toeziend oog van de oudere(n). Deze volwassen paarden bieden de kleintjes rust, veiligheid en zullen grenzen stellen, wat nodig is tijdens de opvoeding. Heb je slechts één veulen dan kan je misschien overwegen om deze in een kudde te plaatsen of bij een fokker, zodat hij toch met leeftijdsgenootjes kan opgroeien. Sociaal contact, beweging en juiste voeding zijn zeer belangrijk om goed op te groeien.

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat veulens die heel abrupt gespeend worden, vaak last hebben van stress, ook op latere leeftijd.  In de natuur gebeurt dit proces op een leeftijd van acht, negen maanden. Er is dus geen haast bij het spenen.  

Gedurende zijn eerste en tweede levensjaar laat je je paard best gewoon ‘paard’ zijn. Hetgeen ze geleerd hebben als veulen ga je natuurlijk verderzetten zodat ze rustig en gecontroleerd meestappen aan het halster, de trailer opgaan, leren omgaan met nieuwe prikkels…  

Wie is Magali Van der Heyden?

Magali VanderheydenMagali is gediplomeerd instructeur van Haras de La Cense, verdiept zich in Equitation Science en is ook trainer B.  Magali werkt zowel bij particulieren 
als professionele ruiters. Ze geeft lessen en clinics, helpt bij de training van (jonge) paarden en gaat hierbij op zoek naar een juist evenwicht tussen horsemanship, sport en wetenschap. Ze is tevens gespecialiseerd in het helpen van paarden met gedrags- en trainingsproblemen.  

Je kan Magali volgen op Facebook, Instagram of op haar website: www.magalivanderheyden.be  

TEKST: MAGALI VAN DER HEYDEN