Joris Vanspringel: “Ik wil heel graag Badminton nog eens uitrijden!”
Hoe zou het zijn met? Joris Vanspringel
‘Hoe zou het zijn het met Joris Vanspringel?’ Goed! Heel goed zelfs. Pas – nu ja pas – getrouwd. Gelukkig en gezond. Joris leeft en werkt alle dagen met paarden. In een prachtige omgeving waar een paard, een paard kan zijn. Waar Joris zichzelf kan zijn. Paardenman tussen de paarden. Ambitieuze viervoudige olympische ruiter en opleider van jonge paarden. Altijd bescheiden. Voeten op de grond en hard en eerlijk werken. Bedankt Joris voor de inspirerende en twee uur durende babbel in moeilijke Covid/Rhino-tijden.
Getrouwd Joris?
Joris: Ik ben inderdaad pas getrouwd. Het is te zeggen, anderhalf jaar geleden. Maar het voelt toch nog altijd een beetje pril. (lacht). (nvdr. Joris is in 2019 getrouwd met Miet Van Roy).
Het moet hier zalig zijn. Rust. Groen. Ruimte … Paarden die paard mogen zijn. Een klimaat waarin je in alle rust kan werken. Vertrouwen voelen. Alle dagen je ding kunnen en mogen doen…
Joris: Dat is het ook en daarvoor ben ik de familie Holtrust heel dankbaar. Ik rijd nog altijd een aantal paarden voor deze familie, ondertussen is het zeventien jaar. Dat is vrij uitzonderlijk in de Belgische paardenwereld. Het zijn ‘gouden mensen’ met een hart voor de sport. Zo’n mensen kom je maar één keer in je leven tegen. Ik doe het werk met de paarden, zij zorgen voor de rest. Dat is onze deal. Zo kan ik aan topsport doen. Vanaf hun thuisbasis volgen zij mijn wedstrijden op de voet. Zelfs als ik alleen met de vrachtwagen - na een wedstrijd in het buitenland - op de terugweg ben, krijg ik om klokslag twaalf uur ‘s nachts een telefoontje met de boodschap: “Wees voorzichtig, stop als je moe bent en een veilige terugreis”.
Mijnheer Holtrust ligt ook aan de basis van je samenwerking met Harrie Smolders? Iets wat heel waarschijnlijk weinig mensen weten …
Joris: Onno had in 2011 met AA Drinks, ook een overeenkomst met Harrie Smolders. Ik heb toen eens gevraagd of hij geen les bij Harrie kon regelen. De springles werd een wekelijkse afspraak en daarbovenop een heel goed contact met Harrie. Op een bepaald moment belde de nummer één van de wereld me of ik geen paard van hem wilde rijden. E-Gitalica (Emerald x Jumpy des Fontaines) was dat. Het paard stond in Retie bij de Evergate stables, de andere kant van mijn dorp. Harrie heeft me daar helemaal mijn ding mee laten doen. Ik denk dat hij zelfs geen enkele keer is komen kijken (glimlach). Ik heb het hem nochtans dikwijls gevraagd … Voor hem was dat paard waarschijnlijk niet goed genoeg voor de allerhoogste top. Maar ik vond dat dat paard een uitzonderlijke instelling had. Ik stuurde regelmatig een video door en Harrie liet me rustig voortdoen. Op een bepaald moment is ze verkocht. Ik zag dat het paard 1.40m. en 1.45m proeven wint in Amerika. Dat doet me dan deugd. Daarvoor doe ik het. Ondertussen rij ik één paard voor Harrie en drie voor de Evergate stables. In de voormiddag ben ik in Retie aan het rijden, in de namiddag ben ik hier in Oud-Turnhout aan de slag. Het gaat me prima af.
Overweeg jij een carrière/disciplineswitch?
Joris: Ik kan wel wat paardrijden. Anders zou ik niet staan waar ik nu sta. Maar topjumping is toch wel een vak apart. Ik kan een paard opleiden vanaf het moment dat een paard goed zadelmak is tot een topruiter of iemand anders er gaat opzitten. Het is mijn job om er voor te zorgen dat die er zo mee kunnen wegrijden. Ik sprak vaak met Mr. Holtrust over de opleiding van een jong paard. Hij zei: “Een paard opleiden kost minstens duizend uren”. Als je op de leeftijd van drieënhalf begint, tot wanneer een paard klaar is voor het hogere werk. Als rasechte paardenman zei hij daar ook bij, reken maar eens uit wat dat kost! Hij besefte maar al te goed dat een paard opleiden heel tijdrovend is. De NMBS waarvoor ik werk, heeft me altijd heel goed ondersteund in mijn sportbeoefening. Maar wat de familie Holtrust voor mij en voor de eventingsport heeft gedaan en nog altijd doet, dat is bijna niet uit te drukken. Daarom wil ik ook heel graag eventing blijven rijden. Dat is echt mijn passie!
Voor de centen moet je het niet doen. Dan kies je voor de verkeerde discipline.
Joris: Eerlijk … Het is een lekkende geldkraan. Het is de Olympische discipline waarin het minst te verdienen valt. De laatste jaren heb ik fijne eigenaren, maar er zijn er ook al anderen geweest … (zucht).
En toch zit hier een ambitieuze 58-jarige viervoudige olympische ruiter?
Joris: Ik ben inderdaad terug vrij ambitieus ja. En dat komt ook omdat ik denk dat ik over een goed paard beschik. Een paard met een heel verhaal maar Creator GS (Kreator XX x Caruso, eig. Fam. Hong South Korea) is een paard voor het grote werk. Hij was ingeschreven voor Badminton, maar dat is helaas gecancelled.
Kan je die ambities ook uitspreken?
Joris: Ik heb nog twee heel belangrijke ambities voor mezelf. Uiteraard wil ik graag nog veel kampioenschappen meerijden. Ook het EK van dit jaar als ik en mijn paard gezond zijn. Maar bovenal wil ik heel graag Badminton nog eens uitrijden. Ik heb het reeds 4x gedaan met 2 verschillende paarden - éénmaal met Bold Action en driemaal met Lully Des Aulnes. Als je Badminton vijf keer uitrijdt krijg je de zogenaamde ‘Armada Dish’. Dat is een trofee die nog niet zo veel ruiters of amazones in hun prijzenkast hebben staan. Vooral niet in Europa op het vaste land. Die wil ook in mijn kast! Dat kan misschien heel onnozel klinken maar ik hecht daar heel veel waarde aan. Voor ons eventers is dat heel speciaal.
Ik vind dat niet onnozel. Badminton spreekt tot de verbeelding van alle eventingliefhebbers. Dat is heilige grond.
Joris: Badminton is een mega-evenement, maar wat ik nu ga zeggen klinkt misschien heel raar. Badminton rijden met een goed paard is gemakkelijker dan met een slecht paard een L-cross rijden. Een goed paard moet je begeleiden naar de hindernis en ondersteunen maar uiteindelijk zal je paard het toch zelf moeten en vooral willen doen. Je kan een paard één keer verrassen maar geen 45 ‘efforts’ lang. Als je een paard hebt, die het wil doen en die het fysiek aan kan dan wordt het net iets makkelijker. Dat is met mensen ook zo. Er zit veel in het hoofd als het over topsport gaat. Al is en blijft het natuurlijk een heel bijzondere wedstrijd. (knipoog)
En wat is je tweede grote ambitie Joris?
Joris: Ik zou heel graag eens een paard opleiden dat nadien de grote springtour mee loopt. Een echte goeie dus. Toen ik een maand of twee nadat E-Gitalica verkocht was, van haar fokker (Toon Smolders) een berichtje kreeg dat ze won op 1.40m. was ik enorm trots en blij. Dat paard kende niet zo veel toen ik er de eerste keer op stapte. …Ik heb ze eigenlijk alles geleerd. Dat is wat ik nog van paardrijden verlang. ‘Plezier’ noem ik dat niet, want plezier heb ik ook op mijn mountainbike of bij het spelen van een spelletje darts bijvoorbeeld. ‘Voldoening’ is een veel beter woord.
In de paardensport zijn er helaas meer momenten van ontgoocheling dan van vreugde. Het is vaker vallen dan opstaan. Daar weet jij net als Karin Donckers, alles van. En toch zijn jullie nog steeds onze twee uithangborden in de eventingsport. Enig idee hoe dat komt?
Joris: Voor mij zijn er drie dingen belangrijk in het paardrijden. Een goed paard hebben, maar die maak je meestal zelf. Je moet tijd hebben. Kijk maar naar mij. Ik had een voltijdse job maar ik heb heel veel vrij gekregen van mijn werkgever. En de mensen rondom jouw zijn ook een heel belangrijke factor. Niet alleen sponsors. Ook de mensen thuis? Hoe zit de relatie? ‘Is het voor mijn partner of mijn gezin ok dat er zoveel tijd naar de paarden gaat?’ Het ‘klimaat’ thuis is heel belangrijk. En de nodige inzet en incasseringsvermogen. Het is meer vallen dan opstaan in onze sport. Als je ziet welke tegenslagen ik en Karin al gehad hebben. Ongelooflijk. En toch staan we altijd terug op. Karin gaat heel waarschijnlijk naar haar zevende Olympische Spelen. Terecht! Karin, dat is echte topsportmentaliteit. Vallen en opstaan. Doorgaan.
Er zit veel in het hoofd als het gaat over topsport
Joris Vanspringel
En hoe vind jij dan terug die ‘goesting’ en ambitie Joris. Jij hebt ook al je deel aan tegenslag gehad?
Joris: Toen ik van de voor onze Belgische ploeg dramatische Olympische Spelen van London in 2012 terug thuis kwam, zakte de sportieve grond even weg onder mijn voeten. We hadden geen ploeg rond gekregen. Het was echt niet goed. Ik heb het toen moeilijk gehad en me vaak afgevraagd waar ik in godsnaam mee bezig was. Op een bepaald moment heb ik een A4-papier genomen en daar alle quotes en oneliners opgeschreven die ik ooit van lesgevers of juryleden heb gekregen. Ik kwam tot een veertigtal lijnen. Uiteindelijk heb ik er daar twee van overgehouden om voor mezelf tot de essentie van paardrijden te komen. Eigenlijk moet je twee dingen 100% voor elkaar hebben. Je moet je paard ten allen tijde nageeflijk hebben op beide teugels en in alle gangen en overgangen. Dat is op zich al een hele opgave. En ten tweede moet je ook altijd je tempo kunnen regelen. Altijd controle over het tempo. Wissels, overgangen, oefeningen, alles is een gevolg van en gebaseerd op die twee principes. Dat is wat ik alle dagen doe. Daar probeer ik mijn ‘voldoening’ in te vinden. En vaak lukt dat. Niet altijd…
Dat is een hele andere benadering dan je gemoed te laten afhangen van resultaten. Je bent nooit te oud om bij te leren?
Joris: En al zeker niet als het om paarden gaat. Jan Nivelle is één van de beste dressuurtrainers ter wereld. We hebben een paar jaar geleden via Jan les gekregen in Natural Horsemanship. Twee Duitse meisjes hebben ons toen geholpen. Ik weet nog dat ze ons vroegen: ‘Wat is een paard en wat wil een paard?’ Een paard is een kuddedier en een routinedier. En een paard wil comfort. Simpel maar ik had daar voordien nooit bij stilgestaan. Ik link dat aan comfort in inspanning. ’Comfort’ is een magisch woord voor mij geworden. Als ik paardrijd, streef ik naar comfort. Zowel voor mezelf als voor mijn paard. Lukt dat altijd? Nee. Maar het moet wel het doel zijn. Zowel in dressuur, springen als in de cross. Dat vraagt tijd, rust en oefening. En zo kom je al gauw terug bij die duizend uren waarover ik al eerder sprak. (knipoog)
In Westerstede (Duitsland) zag ik je al in de equipe van de Belgische Landelijke ruiters in . Voor het EK voor Landelijke Ruiters, dat in september in Zwitserland wordt gereden, word jij coach van het Belgisch team. Voelt dat ook comfortabel?
Joris: Ik ben heel blij dat LRV mij gevraagd heeft. Ik ben een echte LRV’er. Ik ben begonnen bij de LRV toen ik acht jaar oud was. Toen ik de eerste keer mocht gaan trainen in Oud-Heverlee in de preselectie destijds voor het EK in 1987 in Linden, leek dat het einde van de wereld. Bij de laatste twaalf. Wauw! Vier jaar later mocht ik mee naar Zweden waar we als ploeg goud wonnen. Ik vond dat heel speciaal om mijn land te mogen vertegenwoordigen. Toen ik later naar de Captain Stables in Kapellen van Jos Houben vertrok, lukte de combinatie met LRV niet meer. Op het moment dat Jos zijn stallen verkocht en ik hier bij de Holtakkers aan de slag kon, wou ik al terug lid worden van LRV. Bij LRV Schoonbroek. Want daar lagen mijn roots. Ik heb toen wel laten verstaan dat ik niet kon komen trainen omdat ik heel vaak in het buitenland zat. Ik voelde dat dat moeilijk lag en ik had daar alle begrip voor. Als je lid van een club wil zijn vraagt dat ook om engagement. Ik ben in die periode wel veel gaan mee springen op de LRV-indoors en de crossen. LRV is het beste wat er is om een paard op te leiden. Je moet het echt niet verder gaan zoeken. LRV is de basis van alles en bovendien een goedkope manier. In het team dat naar de Olympische Spelen in Athene ging, zat maar een ruiter die geen LRV heeft gereden. Als je LRV rijdt en je doet alles mee, dan ben je minstens dertig keer op een jaar weg met uw paard. Dan heb je veel gedaan. En het is allemaal betaalbaar. Eén internationale cross kost qua inschrijvingsgeld even veel als één jaar LRV. Ik kan je verzekeren, op een jaar LRV heeft een paard veel meer geleerd dan die ene cross. Ik ben echt blij dat ik iets voor LRV mag en kan terug doen. Dit betekent heel veel voor mij. (overtuigd)
Wat houdt dat in volgens jou? Coach zijn?
Joris: Er zijn als je er moet zijn. Zo heb ik het ook in Westerstede gedaan. Herman Arnauts had me dat toen gevraagd. Mijn stijl werd blijkbaar geapprecieerd.
Wat kan je zo’n gasten bijbrengen?
Joris: Mijn ervaring. Kleine dingen soms. Mannen als Bart Hermans bijvoorbeeld, moet je niet veel meer leren, die hebben met een paar woorden genoeg. In Westerstede was hij een beetje aan het ‘pingelen’ bij het inrijden voor zijn dressuurproef. Ik zei hem nogal kordaat dat hij ‘veel meer moest rijden’. Hij pikte het meteen op, zette hij zijn paard in gang en reed hij zijn beste proef ooit met Gorki. Bij de verkenning van de cross hebben we seconden gepikt door een bocht kort en rustig te nemen om zo sneller naar de volgende hindernis te kunnen rijden. Op het eerste water wist ik dat het smalle element voor problemen ging zorgen … Die ruiters en amazones kunnen meer dan genoeg paardrijden maar ze missen soms nog wat ervaring.
Wat vind je van de kandidaat-combinaties voor het EK van de Landelijke Ruiters in 2021?
Joris: Ik ben op de LRV-wedstrijd in Merksplas geweest in oktober en ik heb er goede paarden en goede combinaties gezien. Tijdens onze eerste vergadering kwamen we aan 31 kandidaten. Daar gaan we zeker zes degelijke combinaties uit kunnen halen. Het probleem voor de combinaties die nog geen qualifiying results hebben zal zijn om daar nog aan te geraken. Je moet in principe drie keer M uitrijden. Een 2* en een 3* CIC. In normale omstandigheden is dat geen probleem. Maar met Corona en Rhino wordt dat toch allesbehalve evident. Er mag niets mis gaan.
Een voorsmaakje om het ooit later voor onze topruiters te gaan doen?
Joris: Misschien wel. Zeg nooit nooit. Ik en Karin zijn niet de enige twee die een trainer A-diploma hebben. Maar wij zijn wel de enige van die trainers-A die op niveau rijden. Ik heb van de halve wereld lesgevers gehad. Ik geloof wel veel maar je moet het zelf kunnen voordoen. Van Harrie pak ik iets direct aan. Gary Parsonage is ook zo iemand. Ik heb hem trouwens gezien in Westerstede. Hij heeft het Britse team van Landelijke Ruiters beter gemaakt. Gary heeft ook meerdere keren Badminton gereden. Dat zijn mensen die weten waar het over gaat en dat vind ik belangrijk.
Hoe staat het met de opkomende generatie? Zie jij opvolgers?
Joris: Ik zie Lara de Liedekerke. Die heeft de middelen thuis, maar ze is ook een heel gedreven amazone dat echt durft en er voor gaat. Lara die gaat die zilveren schotel in Badminton ook halen. Daar ben ik zeker van. Karin zou dat ook kunnen moest ze meer Badminton-minded zijn. (glimlach) Als je ziet wat Karin al meegemaakt heeft, daar doe ik echt mijn pet voor af. Die instelling mis ik een beetje bij de toekomstige generatie. Zeker in onze moeilijke sport waarin weinig tot niets te verdienen valt. In de jumping is dat misschien net iets makkelijker. Daar beschikken we in België over heel veel talent en je ziet dat de echte toppers meestal uit de paardensportfamilies komen. Maar talent, inzet en incasseringsvermogen blijven ongelooflijk belangrijk. Er geraken is één, maar er blijven …
LRV is het beste wat er is om een paard op te leiden. Je moet het echt niet verder gaat zoeken. LRV is de basis van alles en bovendien een goedkope manier.
Joris Vanspringel
U-stone van de Holtakkers
Joris: Ik ben geen fokker maar een ruiter. En toch heb ik me vorig jaar laten verleiden door Dirk Vanwijnsberghe (eigenaar H-Ekwador) om te fokken. Limestone, ondertussen 22, die voor de kwalificatie voor de Olympische Spelen in Rio zorgde, zette vorig jaar het BWP-veulen U-Stone van de Holtakkers (H-Ekwador x Lancer II) op de wereld. Het is haar eerste veulen maar de toekomst van deze mooie jaarling ziet er bijzonder veelbelovend uit.