
Door de Serengeti ... in het spoor van de BIG MIGRATION ... 'de moeder aller ruitersafari's'

Aan DE GROTE TREK in de Serengeti en Masai Mara nemen ongeveer anderhalf miljoen gnoes en zo'n 200.000 zebra's deel.
Stefanie Sap
Vakantie te Paard
Donderdag 30 januari 2025
Eindelijk D-day! Hier keek ik al lang naar uit: vandaag vertrek naar de Serengeti (Tanzania) om de ‘moeder der ruitersafari’s’ – de crème de la crème te rijden: te paard mee met The Big Migration.
Aan DE GROTE TREK in de Serengeti en Masai Mara nemen ongeveer anderhalf miljoen gnoes en zo'n 200.000 zebra's deel. De gnoes eten het kortere gras, de zebra's de langere stelen. Tijdens de jaarlijkse migratie trekken 40 tot 50 kilometer lange rijen gnoes voorbij met in hun kielzog roofdieren zoals hyena's en jakhalzen die zich te goed doen aan de zwakke en zieke dieren. De precieze tijd van de migratie verandert ieder jaar en is daardoor een onvoorspelbare, spontane gebeurtenis. De korte regentijd begint in november, de eerste kuddes migreren dan vanuit de Masai Mara naar de groene grasvlaktes in de zuidoostelijke punt van de Serengeti. Hier komt de trek tot stilstand en verspreidt de kudde zich over de vlaktes. In de periode januari tot half maart worden de kalveren hier geboren. Als de grasvlaktes eind maart zijn kaalgevreten trekken de eerste kuddes begin april weer westwaarts. In de maand juni kunnen de kuddes zich splitsen, waarbij het kleinste deel noordwaarts trekt. Het merendeel van de kudde trekt echter verder westwaarts naar de Grumeti rivier. Maar dit alles is geheel afhankelijk van de regens en dus de aanwezigheid van voedsel. In juni en juli bevindt de migratie zich doorgaans nabij de Grumeti rivier, die ze oversteken opgejaagd door vele krokodillen. Rond augustus vormt de kudde weer één geheel, op weg naar de Mara Rivier. Tot november steken er kuddes de rivier over tussen Kenia en Tanzania.
Ik vlieg met Ethopian Airlines via Addis Abeba naar de hoogste berg van Afrika: de mythische Kilimanjaro (5 895 m). Een jaar of zes geleden zag ik deze kanjer vanuit Kenia (Ol Donyo Lodge en Amboseli NP), nu dus de andere kant. De reis om op de finale bestemming te geraken is niet voor doetjes: vlucht van Brussel naar Addis Abeba (7h20), door naar Kilimanjaro (2h40), een nachtje ‘bekomen’ en dan een Cesna vluchtje van 45 min naar de Serengeti en een jeeptocht van om en bij het uur om aan het eerste tentenkamp te geraken. Een expeditie op zich, maar met veel te beleven onderweg; dus eigenlijk een trip an sich … Ik duim voor een vlot verloop en kijk uit naar wat zon en warmte in de buurt van de evenaar.
Vrijdag 31 januari
Ook al vertrokken we met 45 minuten vertraging; we komen slechts een kwartier later toe dan verwacht in Adis Abeba (de grootste luchthaven van Afrika) en dat komt goed uit, want de MCT (minimum connecting time) is wel gehonoreerd, maar door de vertraging met niet zoveel overschot. In Addis Abeba is er geen douane controle, maar wel handluggage check. Gelukkig loopt alles vlot en ben ik mooi op tijd om te boarden voor de volgende etappe: de vlucht naar Kilimanjaro. Bij aankomst (heerlijk temperatuurtje) dienen we onze internationale reispas én het gele koorts vaccinatie bewijs voor te leggen. Vervolgens zijn er balies voor zij die reeds een online visum hebben en een aparte voor zij die nog een visum moeten krijgen. Aangezien online niet lukte, schuif ik aan bij ter plaatse. Er zijn 3 ‘stops’; bij de eerste wordt een foto genomen en worden een paar vragen gesteld; aan het tweede loket dien je 50 USD cash te betalen en bij post nummer drie krijg je een stempel in de reispas. Ondertussen rolt de bagage van de band. Vlotter dan dit kan niet. In de aankomsthal staat de chauffeur me op te wachten en we vertrekken richting The Safari House: een boetiek hotel met amper 10 kamers. De rit duurt ongeveer een uurtje. Bij aankomst word ik hartelijk onthaald door de staff en door Tara (de gids). Het is al na de middag en ipv op ontdekking te gaan, kies ik voor chill en een paar uurtjes rust in mijn comfortabele kamer. Om 18h tijd voor de eerste apero én ontmoeting met de andere gasten. Er is een moeder (een kranige dame van 86!) met haar twee dochters uit de States, dan nog 2 Amerikaanse dames, een Brits koppel, nog een meisje uit de UK en een Zwitserse. Wat een bont gezelschap. We doen een tour de table en ik sta verbaasd hoe bereisd iedereen is; dit wordt een uiterst boeiende week in het uitwisselen van (reis)ervaringen. Ook Hariette wordt voorgesteld, zij zal deze week meegaan als back up gids. Om 19h wordt het diner geserveerd; voetjes onder tafel met op de achtergrond de typisch Afrikaanse bush geluiden. Op het menu: bonensoep en buffetje van rijst, groenten en vlees. Als toetje: een ijsje. Ondertussen beginnen de verhalen zich te mengen. Tara neemt de tijd om bij iedereen na te gaan wat hun rij ervaring is, wat elkeen verwacht van deze vakantie en welk type paard de voorkeur is van de ruiter. Er zijn een twintigtal safari paarden waaruit gekozen kan worden; dus ongetwijfeld voor elk van ons een juiste match. Moe maar voldaan kruip ik in mijn comfy bed (met muskietnet); morgen is immers de laatste dag dat we kunnen uitslapen.
Zaterdag 1 februari
Ik word gewekt door harde bonken op het dak. De aapjes hebben duidelijk zin in vandaag. Het heeft geregend en de lucht is betrokken en grijs. Niet bepaald het weer waar ik op gehoopt had. Gelukkig blijft het warm. Na het ontbijt – ik probeer voldoende te eten zodat de malariapillen niet op mijn maag liggen - pack & go naar Dolly Airstrip, (een rit van om en bij de 10 minuten langs het wereldberoemde Kilimanjaro Golfterrein). Vervolgens een vlucht van 40 minuten naar een privé airstrip. Gepland was om in Ndutu te landen, maar door overvloedige regen is die airstrip gesloten. Door de bewolking zien we helaas ook niets van de Ngorongorokrater. Bij aankomst staat Jo (de oprichtster en bezielster van deze safari) ons op te wachten met twee gigantische jeeps. Ook Mizena (de chief in command van de crew) is aanwezig. Heel grappig: hij draagt de traditionele klederdracht maar daarbij knal fluo gele Nike kousen. I love it. We starten onze rit richting het eerste kamp. Waar de lunch zal gevolgd worden door een siësta en dan in de late namiddag (eindelijk) in het zadel. We zullen rijden door één van de grootste – en laatste – volwaardige ecosystemen ter wereld. Een ware wildernis waar dieren nog dieren in hun natuurlijke habitat kunnen zijn. Onderweg zien we een imposante olifantenstier, impala’s, zebra’s, giraffen, kleurrijke vogels én ontelbare wildebeesten (gnoes). WAW WAW WAW, dat belooft! Bij aankomst in het kamp staat het team ons op te wachten. Een grote restauranttent en allemaal verschillende tentjes verspreid. Ik heb tent nummer 1, helemaal op het einde met een ongelooflijk mooi uitzicht. De tent is basic met muskietnetten voor de ramen, een bed inclusief donsdeken en masai cover, nachttafeltje met fles water, handdoekrek met handdoeken, tapijt en buiten een stoeltje en een handige spiegel met opbergvakjes. Er is ook een wasbassin met proper water en handzeep voorzien. Ook aan een waszak, drooglint en aan een paraplu is gedacht. In een aparte tent-unit is er een WC (mét bril) en een emmerdouche (mét warm water). Na het uitsorteren van de bagage: aperotime en lunch. Dat zal smaken, ondertussen is het bijna 15h. Gelukkig voelt het nog maar 13h door de 2h tijdsverschil (+2h) Als lunch is er een heerlijk gevulde wrap; dessert : exotische fruitbrochette. Na de lunch volgt een korte briefing. Eigenlijk zijn er maar twee regels: ‘Don’t fall off’ & ‘Don’t overtake the guide’. Je voelt duidelijk dat de spanning zich opbouwt. Na de lunch klaarmaken voor de paarden. Zij hebben een hele week gerust en staan te popelen van ongeduld om opnieuw op pad te gaan. Ik krijg Zenzi toegewezen – Swahili voor prinses (de officiële taal); een Arabische merrie van 7 jaar; small, fast, forward going (and stopable 😊). Off we go en al gauw worden we omringd door gnoes. Aan de horizon zien we een ‘Cote d’or olifant’, het is een stier op zoek naar een vrouwtje. We volgen zijn spoor en komen zo dicht tot hij het niet meer apprecieert. Onderweg kruisen zebra’s, giraffen en enkele impala’s onze route. Een eerste galopje volgt snel; goed om onmiddellijk aan onze paard te wennen. We blijven immers de hele week met dezelfde viervoeter rijden. Na de introductiewandeling van ongeveer 2uur nemen de grooms de paarden van ons over en trekken we naar de bar en met een G&T of Amarula kijken we naar de gnoes en hun kalfjes die voorbij wandelen op amper 100 meter afstand. Het is birthseason en 1 500 000 gnoes in totaal waarvan ongeveer de helft female, zorgt voor veel – heel veel – baby’s. De kleintjes moeten al 5 minuten na hun geboorte rechtstaan en mee gaan met de kudde. Als een kleintje van de mama gescheiden geraakt, is het een vogel voor de kat; want een mama gnoe zal nooit een niet eigen baby spenen. Jaarlijks sterven er zo een 50 000 (!) baby gnoes. We zullen komende dagen her en der nageboortes zien liggen, maar helaas ook dode lichaampjes … Ik neem een warme douche voor het diner en geniet vervolgens van soep, pasta en dessert. Host van dienst: de immer lachende JB & Jackson. In onze groep: personen anti gluten, anti lactose, vegetarisch en veganistisch. Voor iedereen wordt gezorgd. Na het diner is er briefing en uitleg over wat we de volgende dag kunnen verwachten. Er is ook een ‘nachtprotocol’; bij de ‘kleine boodschap’; ga zo dicht mogelijk bij je tent; bij ‘de grote’: schijn eerst met je zaklamp of je geen rode ogen ziet, dan kan je veilig naar de wc tent gaan. Ik poets mijn tanden aan mijn tent en schijn alvast in het rond om te zien of er geen roofdieren in de buurt zijn. OMG. Als ik tussen de lakens kruipen vind ik een heerlijke warmwaterkruik klaargelegd. Luxe! Ik vermoed dat ik deze nacht niet veel zal slapen, maar dit is niet erg; zo kan ik élke seconde genieten van dit unieke avontuur.
Zondag 2 februari
Oh what a night … bijna de hele nacht liggen luisteren naar de bush sounds én het gescharrel rond mijn tent. De gnoes maken non stop geluid en ik hoorde ook in de verre achtergrond een leeuw. Als ik de tent openrits staan er talloze gnoes binnen handbereik. Dichter bij de natuur kan bijna niet… Om 6h30 word ik vrolijk gewekt met warm water. Een koffie volgt. Ready for a new day full of adventure. Bring it on! Deze safari voelt nu al helemaal anders dan mijn vorige. Zo blij en bevoorrecht dat ik hier mag en kan zijn zodat ik anderen kan helpen ook hun droom te helpen beleven. Het ontbijt is koffie / thee / melk / verschillende fruitsoorten / ontbijtgranen / pannenkoekjes / toast / cake en eierbereiding naar wens. Vertrek was voorzien om 8h, maar omwille van overvloedige regen en natte ondergrond stellen we het vertrek een half uurtje uit. Om 9h zijn we en route voor een rit van om en bij de drie uren. Er zijn 3 gidsen mee: Jo, Tara & Hariette; soms rijden er ook nog 2 grooms mee. Al gauw spot Jo 4 olifanten. Ik blijf dit magisch vinden. Opnieuw galop, ik leg mijn vertrouwen volledig in de voetzekere, wendbare en standvastige Zenzi, hier en daar neemt ze en sprongetje over takken etc. We sluiten deze rit af met een lange galop over de vlaktes, recht het kamp binnen. De paarden genieten van hun rol momentje en wij van een G&T (in de regen / helaas!) Normaliter geen regenseizoen nu, maar dit is buiten Moeder Natuur gerekend… het voordeel is natuurlijk wel dat het gras groen is en blijft groeien, als een ware magneet voor de dieren. Lunch is een Caesarsalade en kaneelbroodje als toetje. Na de lunch: siësta; ondertussen komt de regen met bakken uit de lucht. Gelukkig zijn onze tenten waterproof! Voor we in het zadel gaan, warmen we ons op met een warme kop chocomelk. Niet iedereen kiest ervoor om te rijden. Ik wel. Het is ondertussen gestopt met regenen en het licht is fabuleus. We zijn met 4 ruiters en 3 gidsen. Olala. Omwille van het drassig terrein doen we alles in stap; dit geeft de tijd om elk dier grondig te bestuderen. We zien oa jackhals, impala en uiteraard ook wildebeest. De hemel kleurt fantastisch en we komen net op tijd aan op kamp om de zon te zien ondergaan. De krekels tsjirpen ondertussen naar hartenlust, ook zij zijn ongetwijfeld blij met het droge weer. Setting voor deze avond: kampvuur, apero, gelach, gebabbel én enkele sterren aan de hemel (tussen de wolken door).
Maandag 3 februari
Opnieuw een nacht vol natuurgeluiden. Ik slaap op wandelafstand van de paarden en hoor hen zacht snuiven en hinniken als de grooms met hun eten komen (ze krijgen 3x per dag hooi en krachtvoer; hun temperatuur wordt dagelijks gecheckt, wekelijks zijn er bloedcontroles én hun rug wordt dagelijks gecheckt op eventuele verzuring). De vogels en de gnoes maken me wakker. Opnieuw kom ik temidden IN the Big Migration. Ik neem de tijd om te luisteren, ruiken en proeven van dit unieke spektakel vanop de eerste rij. Na het ontbijt moeten we alles inpakken, want we rijden door naar een volgende locatie. Gelukkig is het droog weer en is ook de grond wat uitgedroogd ondertussen. Voor we in het zadel gaan, stappen we even aan de hand met de paarden zodat hun rug en onze benen 😊 kunnen opwarmen. Bij vertrek worden we meteen opnieuw omringd door hordes gnoes; zebra’s; Europese ooievaars (die hier komen overwinteren); grappige secretarisvogels, maraboes, aasgieren … Welkom op de grote vlakte! En plots ‘ready to move’! = galop en wat voor eentje, we vliegen over de vlakte en volgen een stroom wildebeest die sneller zijn dan ons en uitwijken naargelang onze route. What a feeling! Onderweg is het wel ogen openhouden voor de vele putten in de grond gemaakt door allerlei wild. We steken een droge rivierbedding over en nemen een korte pauze: singles los, wat koekjes voor de paarden, even rusten en dan een stukje aan de hand stappen alvorens we terug opstijgen. We zien in de verte twee hyena’s jagen en her en der liggen botten en skeletten. Niet veel verder zien we een groep aasgieren; als we dichter gaan, zien we een ‘fresh kill’ van een gnoe. Vermoedelijk gedood door een leeuw. Het bloed is nog niet opgedroogd. Niet veel later springen we terug aan in galop. Plots op mijn pad: een dode gnoe; mijn lieve Zenzi neemt een sprong over het dode lichaam. WOW ! Eentje om nooit te vergeten. De gids is onder de indruk dat Zenzi geen zijsprong nam en deze natuurlijke hindernis overwon. Fier op mijn paard! Daarna gaan we opnieuw in stap en spotten we de truck met onze lunch en die van de paarden. We hebben ongeveer 30 km gedaan op 3h30. Ons richtpunt was ‘MaTiti’, heuvels in de vorm van een boezem. We zadelen de paarden af en installeren ons op een comfy lunchspot onder en grote boom met zicht om U tegen te zeggen. Quiche, groenten, fruit … wat een logistiek om hier alles te krijgen. We houden een pauze van een drietal uur zodat paard en ruiter voldoende op krachten kunnen komen. Er passeren enkele nieuwsgierige Masai meisjes. Ze hebben mooie gezichten en prachtige juwelen. De felle kleuren van hun kledij contrasteren met het groene landschap. Na de break opnieuw in het zadel. Aangezien het volledige kamp verhuist, zijn er 4 losse paarden mee. Tara neemt ons mee door de bush, we spotten een kudde van 17 olifanten en blijven op een veilige afstand. Het avondlicht bezorgt een speciale sfeer. Als we onder een boom vol Maraboes rijden schrikken enkele paarden als deze gigantische vogels uit de boom vliegen. Er zijn veel roofdieren in de buurt, want ook hier liggen de karkassen her en der verspreid. We komen aan een rivierbedding en gaan ze in en uit op zoek naar grote katten. Deze alweer gevarieerde wandeling (ong 20 km op 2h) sluiten we af met een galopje richting kamp opgezet in the middle of nowhere. Er is de grote diner tent met er rond tien kleine koepeltentjes met niet meer dan een muskiet net; op die manier kunnen we ook van de sterren genieten. Helaas is er terug regen voorspeld en algauw wordt ook de overhoes voorzien. (Gelukkig, het voelt iets meer comfy). Uiteraard ook hier opnieuw ‘sanitaire blok’ mét WC bril en warm water 😊.Mijn tentje staat als laatste in de rij met alweer een prachtig zicht, maar wel als eerste voor roofdieren. Brrrrrrrrr. De hapjes en het diner (tomaat mozzarella, penne en amarula brownie) worden rond het kampvuur geserveerd. We zien de sterren met oa Orion, Stier, de Zeven Zusters en de planeet Venus.
Dinsdag 4 februari
6h30 rise and shine. Alhoewel ik de ‘shine’ even achterwege wil laten. Ik heb nauwelijks geslapen – bush sounds remember- De vogels fluiten maar er staat veel wind. Laat ons hopen dat het droog blijft; er staat immers een lange rijdag gepland. We veranderen opnieuw van kamp zo een 40 km verderop. De paarden (met fleece en regendeken) staan te genieten van hun ontbijt aan een longline. Terwijl we ontbijten komt er plots een jeep aangereden en zien we een drone boven ons kamp hangen. Het blijkt een TV ploeg (Ngorongoro International TV) die toevallig op ons kamp stuit. Ze zijn zo blij; prompt worden er interviews afgenomen en nemen enkele takes van ons te paard galopperend richting (en met) de gnoes. Uiteindelijk vertrekken we zoals gepland noordelijke richting. Stap, draf, galop. Wildebeest groot en klein, allerlei kleurrijke vogels, jackhals, wisselend landschap. Mooi mooi! Wel opletten geblazen met alle putten in de grond. We nemen een korte pauze en gaan Masai land binnen; we zien kleurrijke personen die geitjes en schapen hoeden. Niet veel later komen we aan op onze lunchspot. Ons back up voertuig is reeds aanwezig, maar dit van de paarden zit vast in de modder. Dus wordt even behelpen … maar algauw komen lachende Masai uit de bush tevoorschijn en helpen ze ons met water bevoorrading en de paarden vasthouden tot de truck er is. Ondertussen maken we het gezellig op onze lunch spot. Een beetje later komt de back up crew voor de paarden aan en kunnen ook zij genieten van hun lunch. Bij ons op het menu: pizza, koolsalade, fruitbrochette, cake, thee, koffie … Na een lange break terug in het zadel (laatste rit voor mij, want ik verlaat de groep eerder) en we rijden door naar Olduvai Canyon; dit is de plaats waar de eerste mens ter wereld gevonden werd (zelfs nog een stuk ouder dan Lucy in Ethiopië!) en staat gekend als ‘de wieg van de mensheid’. We rijden omlaag een 48 km lange canyon in en komen aan een klein riviertje. Bij het kruisen is mijn pony bijna tot aan zijn buik in het water, maar ze houdt zich kranig en klautert gezwind op de oever. We zetten een laatste galop in; plots zie ik een acaciaboom (vol pinnen en stekels) in het midden van mijn gezichtsveld opdoemen. Uitwijken naar rechts kan niet door de vegetatie, naar links ook niet want daar rijdt een andere ruiter. Ik moet het risico nemen en smijt me links langs mijn zadel zodat ik het paard naast mij ietwat wegduw. Net op tijd! Weer een momentje om te onthouden. We rijden het nieuwe kamp binnen en met een hapje en tapje praten we de dag door aan het kampvuur van dit nieuwe kamp (opnieuw volledig opgezet met de comfytenten. What a crew!) Het diner buiten is deze keer onder een gigantische sterrenhemel zonder wolken. Avocado gevuld met tomatensalsa (zo proefde je dit nog nooit!) en Tanzaniaans buffet met keuze uit verschillende bereidingen. Na het diner: zoals gewoonlijk briefing voor morgen.
Woensdag 5 februari
Dank zij de dierengeluiden die JB ons leert kan ik ze beter onderscheiden. Zo hoorde ik een cheetah 2x ‘roepen’; het gehinnik van de paarden gaf aan dat deze ongetwijfeld heel dicht in de buurt was. Gelukkig is er niet alleen een nachtwaker rond onze tenten, maar ook een nachtcrew bij de paarden. Just in case. Vandaag gaan mijn medereisgenoten per jeep op zoek naar grote en kleine katten. Op die manier is er ook een rustdag voor de paarden. Onderweg zullen ze me afzetten aan Ndutu Airstrip. Onderweg geniet ik een laatste keer van het overvloedig aanwezige wild dat ons nieuwsgierig aankijkt. Moet wel gezegd worden: vanuit het zadel vind ik dit véél leuker 😊. Plots maant Tara de chauffeur aan om sneller te rijden. Blijkt dat mijn vlucht met anderhalf uur vervroegd werd. We vliegen over de weg … als dat maar goed komt. Het brengt me ook onmiddellijk naar de hectic van de dag. Gelukkig kon de piloot verwittigd worden en hielden ze het toestel aan de grond tot ik er was. Helaas geen tijd voor een uitgebreid afscheid, maar terwijl ik opstijg zie ik dat iedereen me aan de kant van de airstrip me uitzwaait. Er zijn deze keer nauwelijks wolken en de piloot vliegt volledig de Ngorongoro krater over. Jawaddedadde! De meeste dieren blijven daar permanent omdat er te weinig invalswegen zijn voor hen. Paardrijden in de krater is niet mogelijk.
De vlucht maakt een stop in Lake Manyara waar ik van toestel dien te veranderen. Vervolgens richting Arusha airport, hier komen alle nationale vluchten toe. Deze luchthaven ligt op anderhalf uur rijden van Kilimanjaro International Airport. Tegen 14h kom ik toe. Ik ben 5h onderweg vanuit het aards paradijs naar ‘reality’. Kilimanjaro Airport is een piepkleine luchthaven; in de vertrekhall is er zelfs geen drankje te halen. Voorbij de check in en douane kan ik gelukkig wel van een kopje heerlijk Tanzaniaanse koffie genieten.
Blij en dankbaar dat ik dit avontuur mocht mee maken.
I’ll be back!
Meer info - https://vakantietepaard.be/
